Omzetten eenmanszaak in B.V. (de geruisloze inbreng)

Bij goede resultaten of een toenemend risico kan het gewenst zijn om uw eenmanszaak om te zetten in een B.V. Kan dit zonder directe belastingheffing? Ja, dat kan met behulp van de zogenoemde geruisloze inbreng in de inkomstenbelasting.

Redenen omzetten in B.V.

In veel gevallen kiest men voor het omzetten van een eenmanszaak in de B.V. vanuit:

Juridisch oogpunt
De aansprakelijkheid / het risico wordt in de B.V. beperkt door de scheiding tussen privé en zakelijk vermogen.
Maar, bij het in privé borg staan voor een lening van de B.V. of bij onbehoorlijk bestuur in een faillissement kan men alsnog in privé aansprakelijk worden gesteld.

Fiscaal oogpunt
De B.V. kent per saldo een lager gecombineerd belastingtarief. Dit betekent eerst het vennootschapsbelastingtarief over de winst van de B.V. en vervolgens over de netto-winst het tarief in box 2 in de inkomstenbelasting.
Voor een ondernemer met een B.V. geldt bij een vennootschapsbelastingtarief van 15% (= tot een winst van 395.000) een gecombineerd tarief van 37,87% . In de inkomstenbelasting geldt voor een ondernemer met een eenmanszaak of V.O.F. daarentegen een tarief van maximaal 43,9% (na MKB-winstvrijstelling).
Als het vennootschapsbelastingtarief overigens 25,8% is (bij een winst van meer dan 395.000), bedraagt het gecombineerde tarief 45,76%.

Bedenk wel dat de B.V. aan de dga (directeur-grootaandeelhouder) een gebruikelijk loon moet uitkeren. Hierdoor zal de vergelijking tussen de tarieven iets genuanceerder worden.

Commercieel oogpunt
In sommige branches wordt de voorkeur gegeven aan zaken doen met een B.V. in plaats van een eenmanszaak.

Voor-en nadelen B.V.

Voordelen

AansprakelijkheidSterke beperking van de aansprakelijkheid door scheiding tussen privévermogen en ondernemingsvermogen.
TariefHet tarief in de vennootschapsbelasting is 15% tot een winst van € 395.000 en 25,8% boven een winst van € 395.000. Over de niet uitgekeerde winsten zit nog wel een aanmerkelijk-belangclaim in box 2 in de inkomstenbelasting (26,9%).
FlexibiliteitToekomstige participatie of bedrijfsopvolging kan flexibeler plaatsvinden via de B.V. (bij voorkeur via een holdingstructuur).
ContinuïteitBij overlijden van de ondernemer-aandeelhouder blijft de B.V. en daarmee ‘de onderneming’ in stand en kan zelfstandig blijven voortbestaan. Uiteraard dient er wel een geschikte voortzetter/bedrijfsopvolger te zijn.

Nadelen

OndernemingsfaciliteitenIn de B.V. kan geen beroep worden gedaan op de ondernemingsfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling.
KostenDe B.V. leidt tot oprichtingskosten en in veel gevallen tot hogere jaarlijkse (accountants)kosten.
Gebruikelijk loonOndanks het lage tarief in de vennootschapsbelasting dient in de B.V. wel een gebruikelijk loon te worden gehanteerd dat is belast tegen het progressieve tarief.
Omzetten eenmanszaak

Geruisloze inbreng

Bij een geruisloze inbreng wordt de onderneming geacht niet te zijn gestaakt. De B.V. treedt fiscaal in de plaats van de inbrengende ondernemer. De B.V. zet de boekwaarden voort. Er vindt in de inkomstenbelasting geen afrekening plaats over de stakingswinst. De stakingswinst bestaat uit: de stille reserves/meerwaarden, goodwill, fiscale reserves en de desinvesteringsbijtelling. De fiscale claim hierover wordt doorgeschoven en blijft zo behouden voor de toekomst. Er is dus geen sprake van afstel van belastingheffing, maar van uitstel!

Enkele voorwaarden geruisloze inbreng

Om van de geruisloze inbreng gebruik te kunnen maken, gelden diverse voorwaarden zoals:

Inbreng onderneming
Er dient een inbreng van een materiële onderneming plaats te vinden, bijvoorbeeld een eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma (of een aandeel daarin). De enkele inbreng van bijvoorbeeld een pand is geen onderneming.

Voortzetting van de onderneming
In de wet is geen expliciete termijn opgenomen over de voortzetting van de onderneming. Maar, als de inbreng is opgezet om de onderneming direct na inbreng over te dragen of te liquideren, vindt de faciliteit van de geruisloze inbreng niet plaats (tenzij de dooroverdracht aan de werk-B.V.).

Geen vervreemding van de aandelen binnen drie jaar
Vervreemding van de aandelen in de vennootschap binnen drie jaar na de inbreng betekent terugname van de faciliteit. Hierbij is wel een tegenbewijsregeling van toepassing.

Terugwerkende kracht

De overgang van de inkomstenbelasting naar de vennootschapsbelasting kan met terugwerkende kracht plaatsvinden tot het begin van het boekjaar, meestal 1 januari. De ondernemer die zijn eenmanszaak inbrengt, moet dan een intentieverklaring opstellen (voorovereenkomst genoemd als meerdere personen inbrengen, zoals bij een V.O.F.). Binnen negen maanden na 1 januari moet deze zijn gesloten en aangetekend verstuurd naar de belastingdienst (met een geleide formulier) (vóór 1 oktober).
Bij een ruisende inbreng met terugwerkende kracht tot 1 januari moet een en ander vóór 1 april zijn geregeld.

Verzoek geruisloze inbreng

Het mogen toepassen van de faciliteit van de geruisloze inbreng gaat op verzoek. Het is raadzaam om voorafgaand aan het passeren van de oprichtingsakte de goedkeuring te hebben ontvangen van de belastingdienst.

Geruisloos versus ruisend

Inbreng in de B.V. kan zowel ruisend als geruisloos plaatsvinden.
Bij ruisende inbreng vindt er in beginsel directe afrekening plaats. Maar, de te belasten stakingswinst kan onder voorwaarden worden omgezet in een stakingswinstlijfrente, zodat er per saldo geen directe belastingheffing plaatsvindt. Toch kan de geruisloze inbreng in diverse gevallen de voorkeur verdienen, zoals:

Overstijgen stakingswinstlijfrente
Als de stakingswinst te hoog is, waardoor de stakingswinstlijfrente bij een ruisende inbreng onvoldoende toereikend is. De geruisloze inbreng verdient dan de voorkeur. Er vindt dan geen directe belastingheffing plaats, ook al is de stakingswinst aanzienlijk.

Flexibiliteit
Een ruisende inbreng leidt in veel gevallen tot een stakingslijfrenteverplichting (voorziening) op de balans. Bij bijvoorbeeld een toekomstige schenking, overdracht aan een derde-partij of een herstructurering kan deze verplichting de B.V. in de weg zitten en de flexibiliteit ontnemen. Ondanks dat de stakingswinst onder het maximum blijft van de stakingswinstlijfrente kan door de beperking van de flexibiliteit de geruisloze inbreng toch de voorkeur verdienen.

Bezitstermijn bedrijfsopvolgingsregeling
De bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk-en erfbelasting kent een bezitstermijn. Dit betekent dat de schenker minimaal 5 jaar of de erflater minimaal 1 jaar de onderneming moet hebben gedreven. Maar, bij een ruisende inbreng gaat de tot dan toe opgebouwde bezitstermijn van de ondernemer verloren. Dit in tegenstelling tot de geruisloze inbreng. Dus als op korte termijn een bedrijfsopvolging gaat spelen kan een ruisende inbreng nadelig uitpakken en geniet de geruisloze inbreng de voorkeur.

Holdingstructuur

In veel gevallen wordt bij een inbreng in de B.V. niet één B.V. opgericht maar een holding met (minimaal) één werk-B.V. De geruisloze inbreng vindt dan plaats op het niveau van de holding. Na de inbreng ‘zakt’ de operationele onderneming uit (dooroverdracht) naar de werk-B.V. Deze dooroverdracht vindt niet plaats met de faciliteit van de geruisloze inbreng. Immers, dit is een faciliteit in de inkomstenbelasting en de dooroverdracht vindt plaats tussen twee B.V.’s (holding en werk-B.V.). Hiervoor gelden de regels van de vennootschapsbelasting. Uiteraard is het gewenst dat de de dooroverdracht ook zonder belastingheffing plaatsvindt. Om dit te realiseren kan een beroep worden gedaan op diverse faciliteiten in de vennootschapsbelasting, zoals: de bedrijfsfusie, de fiscale eenheid of via de juridische splitsing.

Naast de fiscale aspecten spelen bij een geruisloze inbreng ook financiële en juridische aspecten een rol. De ondernemer ervaart een inbreng vaak als een intensief traject. Maar als het eenmaal is opgezet, staat er een goede structuur waar de ondernemer lange tijd profijt van kan hebben!

Wilt u meer weten over de geruisloze inbreng van uw onderneming in een B.V. neem dan  vrijblijvend contact op met VormFiscaal, telefoon: 076 – 82 00 331 / 06 – 282 04 607 of e-mail: bart@vormfiscaal.nl

Vormfiscaal Belastingadvies

Geruisloze inbreng in de B.V. en terugwerkende kracht m.i.v. 1 januari. Nog actie deze maand?

Wenst u uw eenmanszaak of firma-aandeel in een v.o.f. geruisloos in te brengen (= zonder directe belastingheffing) in de B.V. en terugwerkende kracht met ingang van 1 januari van dit jaar dan kan dat nog.

Wat moet u doen?

1.      Intentieverklaring
Allereerst dient u een intentieverklaring (bij meerdere oprichters: voorovereenkomst) op te stellen. Hiermee wordt bereikt dat de resultaten van de B.V. vanaf 1 januari voor rekening en risico van de B.V.  kunnen komen.

document

De notariële inbreng en de oprichting van de B.V. moeten dan wel binnen 15 maanden na 1 januari van het jaar van omzetting zijn afgerond
(dus bij terugwerkende kracht naar 1 januari 2020 dient de oprichting uiterlijk 31 maart 2021 definitief te zijn).

2.      Terugwerkende kracht
Voor het verkrijgen van terugwerkende kracht moet wel aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
–        er wordt geen incidenteel fiscaal voordeel nagestreefd;
–        de inbrenger past geen ondernemersfaciliteiten toe in de (vóór-)voorperiode;
–        tijdige verzending van de intentieverklaring.

3.      Datum tijdige toezending intentieverklaring
Na ondertekening van de intentieverklaring dient deze samen met een geleideformulier vóór 1 oktober a.s. aangetekend te worden verstuurd naar de belastingdienst in Heerlen.

Wilt u meer weten over de intentieverklaring en de inbreng in de B.V. neem dan gerust vrijblijvend contact op met VormFiscaal,
telefoon: 076 – 82 00 331 of e-mail: bart@vormfiscaal.nl.

Wenst u terugwerkende kracht naar 1 januari bij inbreng in de B.V.?

25 maart 2019

1. Intentieverklaring
Als u uw onderneming wilt inbrengen in een B.V. dan kan via een intentieverklaring (bij meerdere oprichters: voorovereenkomst) worden bereikt dat de resultaten van de B.V. vanaf 1 januari voor rekening en risico van de B.V. kunnen komen.

???????????

2. Terugwerkende kracht
Voor het verkrijgen van terugwerkende kracht moet wel aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
– er wordt geen incidenteel fiscaal voordeel nagestreefd;
– de inbrenger past geen ondernemersfaciliteiten toe in de (vóór-)voorperiode;
– tijdige verzending van de intentieverklaring.

3. Datum tijdige verzending intentieverklaring
* Ruisende inbreng – vóór 1 april a.s.
Is het voornemen om uw onderneming ruisend (met fiscale afrekening) in te brengen en wenst u fiscaal terugwerkende kracht tot 1 januari dan dient de getekende intentieverklaring samen met een geleideformulier vóór 1 april a.s. te worden verstuurd naar de belastingdienst in Heerlen.

* Geruisloze inbreng – vóór 1 oktober a.s.
Is het voornemen om uw onderneming geruisloos (zonder fiscale afrekening) in te brengen en wenst u fiscaal terugwerkende kracht tot 1 januari dan dient de getekende intentieverklaring samen met een geleideformulier vóór 1 oktober a.s. te worden verstuurd naar de belastingdienst in Heerlen.

* Nog geen keuze
Indien er nog geen duidelijkheid is over de wijze van inbreng (ruisend of geruisloos) is het raadzaam om vóór 1 april a.s. de getekende intentieverklaring samen met een geleideformulier naar de belastingdienst te versturen. Hierbij behoudt u de flexibiliteit voor beide opties.

Neem gerust contact op voor een vrijblijvende afspraak over de inbreng in de B.V. (076-82 00 331).

Ruisende inbreng onderneming in de B.V.? (Deel 1)

1. Inleiding
Bij een onderneming in de vorm van bijvoorbeeld een eenmanszaak of een firma-aandeel in een v.o.f. kan het om juridische, fiscale of commerciële redenen gewenst zijn om deze in te brengen in de B.V. Fiscaal kan dit ruisend (met afrekening) of geruisloos (zonder afrekening). In dit deel zal worden ingegaan op diverse aspecten van een ruisende inbreng.

2. Ruisende inbreng
Bij een ruisende inbreng in een B.V. moet er fiscaal worden afgerekend over de stakingswinst. De stakingswinst bestaat uit de volgende onderdelen:
– stille reserves (verschil waarde economisch verkeer en boekwaarde, bijvoorbeeld van een pand of een machine);
– goodwill;
– vrijval van de fiscale reserves (bijvoorbeeld oudedagsreserve);
– desinvesteringsbijtelling.

3. Stakingsfaciliteiten
De belastingheffing over de stakingswinst is niet gunstig zal je denken! In beginsel klopt dit, maar er zijn diverse stakingsfaciliteiten die de directe belastingheffing kunnen verminderen of uitstellen naar de toekomst. De inkomstenbelasting kent de volgende stakingsfaciliteiten:
– de stakingsaftrek;
– de mogelijkheid tot extra lijfrentepremieaftrek voor de omzetting van de oudedagsreserve en / of stakingswinst in een lijfrente;
– diverse doorschuifregelingen (bijv. bij echtscheiding, overlijden, overdracht aan een medeondernemer of werknemer). Hierop zal niet nader worden ingegaan.

3.1 Stakingsaftrek
De stakingsaftrek bedraagt maximaal € 3.630 (2015) en verlaagt de stakingswinst. Iedere ondernemer mag slechts één keer gebruikmaken van het maximumbedrag van de stakingsaftrek. De stakingsaftrek geldt niet bij een gedeeltelijke staking.

3.2 Lijfrente voor oudedagsreserve en stakingswinst
De oudedagsreserve en de stakingswinst kunnen onder voorwaarden worden omgezet in een lijfrente. Hierdoor kan directe belastingheffing worden voorkomen doordat de heffing pas plaatsvindt bij de toekomstige lijfrente-uitkeringen. In veel gevallen is het belastingtarief dan ook lager en zijn de uitkeringen gespreid. Het maximaal in aftrek te brengen bedrag aan lijfrente is afhankelijk van diverse factoren, zoals de leeftijd van de ondernemer.

De lijfrente kan extern worden afgesloten, bijvoorbeeld bij een verzekeringsmaatschappij, of kan op een geblokkeerde spaar-of beleggingsrekening bij een bank worden gestort. Nadeel hiervan is dat je als ondernemer daadwerkelijk moet (af)storten en dus de liquide middelen kwijt bent. Om dit te voorkomen mag de B.V. waar de onderneming wordt ingebracht ook als verzekeraar optreden. De lijfrente komt dan als voorziening op de balans van de B.V. Hierdoor behoeft niet te worden (af)gestort en kunnen de liquide middelen voor je onderneming beschikbaar blijven.

3.3 Stakingswinst binnen de grenzen
Als de stakingswinst onder het maximum van de stakingslijfrente blijft, zal in de meeste gevallen worden gekozen voor de ruisende inbreng. Maar, als bijvoorbeeld hoge stille reserves of goodwill er toe leiden dat de stakingswinst het maximum van de stakingslijfrente overschrijdt, leidt een ruisende inbreng tot directe (gedeeltelijke) belastingheffing. Als voldaan wordt aan de voorwaarden kan dan worden gekozen voor de geruisloze inbreng in de B.V. Hierover meer in een volgende blog.

4. Werkelijke waarde openingsbalans
Doordat bij een ruisende inbreng wordt afgerekend over de waarde economisch verkeer van de vermogensbestanddelen kunnen deze voor de werkelijke waarde op de openingsbalans van de B.V. komen. Over deze werkelijke waarde kan dan worden afgeschreven wat dus gunstig is.

5. Terugwerkende kracht
Bij een ruisende inbreng kan onder voorwaarden drie maanden terugwerkende kracht worden verkregen voor de overgang van de heffing van de inkomstenbelasting naar de vennootschapsbelasting. De intentieverklaring (voorovereenkomst) moet dan binnen drie maanden na het gewenste tijdstip van overgang zijn gesloten en aangetekend verstuurd (met een geleideformulier) naar de belastingdienst. Is het dus gewenst om terugwerkende kracht te verkrijgen tot 1 januari 2015 dan dient de intentieverklaring vóór 1 april 2015 te zijn gesloten en aangetekend verzonden aan de belastingdienst.

6. Slot
Zolang de stakingswinst binnen de grenzen van de stakingsaftrek en stakingslijfrente blijft, leidt de stakingswinst bij een ruisende inbreng niet tot directe belastingheffing. Daarnaast kan in de B.V. over de werkelijke waarde worden afgeschreven en geldt veelal een lager tarief bij toekomstige lijfrente-uitkeringen. In een volgende blog ga ik in op de geruisloze inbreng. Voor beide geldt dat er de nodige juridische en fiscale aspecten bij komen kijken die om een zorgvuldige begeleiding vragen!