De holdingstructuur – Eén B.V. is géén B.V.!

Inleiding
Als een ondernemer kiest om zijn onderneming uit te oefenen in een B.V. kan hij kiezen om dat te doen met één B.V. of via een holdingstructuur. Als de keuze wordt gemaakt voor één B.V. hoor je wel eens gekscherend de opmerking ‘Eén B.V. is géén B.V.!’ Dus ondanks dat de onderneming in een B.V. wordt uitgeoefend, is het in veel gevallen schijnbaar toch nog niet optimaal. Waarom dan kiezen voor een holdingstructuur?

Eén B.V.
Als er sprake is van één B.V. met één of meerdere aandeelhouders natuurlijke personen (hierna: de ahnp) (aanname: aandelenbelang ≥ 5%) dan spreken we van een enkelvoudige B.V.-structuur. Juridisch maar ook fiscaal kan dit nadelen opleveren.

Juridisch
Bij gebruik van één B.V. wordt hierin: de onderneming uitgeoefend, in veel gevallen het pensioen opgebouwd, soms staat er een pand op de balans en de niet uitgekeerde winst gereserveerd. Kortom, alles vindt in dezelfde B.V. plaats! Op het moment dat het slechter gaat met de onderneming en de B.V. zou op enig moment worden aangesproken of failliet gaan, dan kan dat dus ook gevolgen hebben voor de pensioenvoorziening, het pand en de opgepotte winstreserves. Dit is uiteraard onwenselijk.

Fiscaal
De verkoop van de aandelen (met winst) van één B.V., bijvoorbeeld bij een bedrijfsopvolging of toetreding van een aandeelhouder, leidt tot directe belastingheffing van 25% over de winst (box 2 van de inkomstenbelasting). Ook een dividenduitkering leidt tot een heffing van 25%. Directe belastingheffing is dus niet aantrekkelijk.

Om deze nadelen te voorkomen kan gebruik worden gemaakt van een holdingstructuur.

De holdingstructuur en haar voordelen
Hierbij houdt één B.V., de zogenoemde holdingvennootschap, de aandelen in één of meerdere dochtervennootschappen (werkmaatschappij). De aandelen in de holding worden dan gehouden door de ahnp.

Juridisch
Door gebruik te maken van de holdingstructuur kan het risico worden gespreid. De pensioenvoorziening en het pand kunnen uit de risicosfeer van de daadwerkelijke onderneming worden gehaald en worden ondergebracht in de holding. De werkmaatschappij richt zich dan enkel op de ondernemingsactiviteiten. Daarnaast kan de winst van de werkmaatschappij geheel of gedeeltelijk worden uitgekeerd aan de holding.

Fiscaal
Een holdingstructuur vergroot de flexibiliteit. Fiscaal kan dit voordelen bieden bij een bedrijfsopvolging, toetreding van een nieuwe aandeelhouder of bij een herstructurering.

Als bijvoorbeeld de holding in dat kader de aandelen in de werkmaatschappij verkoopt, dan behoeft de holding over de verkoopwinst van deze aandelen geen belasting te betalen op basis van de zogenoemde (fiscale) deelnemingsvrijstelling. Pas op het moment dat de aandelen in de holding met winst worden verkocht zal bij de ahnp belastingheffing plaatsvinden. Door de holdingstructuur kan de belastingheffing worden uitgesteld. Er is geen sprake van afstel!

Als niet de aandelen, maar de activa en passiva van de werkmaatschappij worden verkocht, dan dient wel directe belastingheffing over de aanwezige meerwaarden plaats te vinden.

Ook een dividenduitkering van de werkmaatschappij aan de holding leidt niet tot directe belastingheffing als gevolg van de deelnemingsvrijstelling. Pas bij een dividenduitkering van de holding aan de ahnp vindt de heffing van 25% plaats bij de ahnp.

Nadelen holdingstructuur
Aan een holdingstructuur kleven ook nadelen, zoals:
– verhoging complexiteit;
– hogere kosten (oprichtingskosten, jaarlijkse kosten van aangifte en jaarrekening);
– eventuele beperkingen door de voorwaarden van een fiscale faciliteit waarop een beroep kan worden gedaan bij de overgang naar een holdingstructuur (zie hierna).

Opzet holdingstructuur
De holdingstructuur kent vele varianten. Daarnaast kan ook de positie van de ahnp verschillend worden ingekleed. Bij een nieuw op te richten structuur kunt u vanaf het begin de holdingstructuur juist inrichten. Is reeds sprake van een bestaande enkelvoudige B.V.-structuur, dan kan onder voorwaarden toch nog worden overgaan naar een gewenste holdingstructuur. Hiervoor bestaan verschillende juridische en fiscale faciliteiten. Let op de juiste naleving hiervan! Laat u hierbij bijstaan door een deskundige!

Keuze
De keuze voor een holdingstructuur hangt o.a. af van de omvang van het ondernemingsrisico en de te verwachten toekomstige fiscale claims. In de praktijk blijkt de keuze voor een holdingstructuur in veel gevallen aantrekkelijker te zijn dan die van één B.V. Hierboven zijn in hoofdlijnen enkele aspecten aangegeven. Zet altijd duidelijk de juridische en fiscale ins en outs op een rij, zodat u een goede afweging kunt maken.

Rechtsvorm: eenmanszaak of B.V.

1. Ondernemersvraag
In gesprekken met ondernemers wordt regelmatig de vraag gesteld: “Wat is voor mijn onderneming de juiste rechtsvorm?” Het is niet alleen de startende ondernemer die deze vraag stelt, ook de gevestigde ondernemer. Ieder weliswaar vanuit een andere positie, maar voor allebei wel van essentieel belang. In deze blog beperk ik mij tot de eenmanszaak en de besloten vennootschap (hierna: B.V.).

2. Overwegingen
De juiste rechtsvorm is essentieel voor je onderneming en kan zelfs op termijn geld opleveren. Er zijn diverse rechtsvormen. Bij de afweging spelen met name juridische, fiscale en/of commerciële overwegingen een belangrijke rol. Per onderwerp zal ik hierna enkele aspecten in hoofdlijnen behandelen.

3. Juridische aspecten
Aansprakelijkheid
Bij een eenmanszaak is er geen scheidslijn tussen het privé- en zakelijk vermogen. Dit betekent dat zakenpartners (crediteuren) van de eenmanszaak bij schulden zowel het ondernemingsvermogen als het privévermogen kunnen aanspreken. Dit in tegenstelling tot de B.V. waarbij er een scheiding aanwezig is tussen het vermogen van de B.V. en dat van de aandeelhouder in privé. Bij de B.V. kunnen schuldeisers enkel het bedrag dat in de B.V. is gestort aanspreken. Het privévermogen blijft dus buiten schot (op de uitzondering van onbehoorlijk bestuur ga ik hier niet op in). Overigens moet dit wel genuanceerd worden, aangezien in veel gevallen de schuldeiser (bijv. de bank) van de B.V. eist dat de aandeelhouder zich in privé borg stelt voor de schuld van de B.V.

Belangrijke vraag voor u als ondernemer bij de keuze van de rechtsvorm is: “Hoeveel risico loop ik met mijn ondernemingsactiviteiten?”

Continuïteit
Bij overlijden van de ondernemer met een eenmanszaak kan de continuïteit van de eenmanszaak sneller in gevaar komen dan de B.V. De eenmanszaak is immers geen zelfstandige zaak. Daarentegen kan de B.V. bij overlijden van de privé-aandeel-houder/ondernemer doorgang vinden, doordat de B.V. wel een zelfstandige zaak is.

4. Fiscale aspecten
Ondernemersaftrek
De ondernemer met een eenmanszaak heeft onder voorwaarden recht op de ondernemersaftrek, waaronder de zelfstandigenaftrek, die in mindering komt op de winst uit onderneming. De B.V. kent deze ondernemersaftrek niet.

Tarief
De winst van de eenmanszaak wordt belast tegen het progressieve tarief (maximaal 52%) in

box 1 van de inkomstenbelasting. Daarentegen wordt de winst in de B.V. belast tegen een tarief van 25% (tot een winst van € 200.000 zelfs tegen 20%). Op basis van deze tarieven lijkt de keuze dus gemakkelijk! Alleen ligt het iets genuanceerder.

De ondernemer met een eenmanszaak heeft, onder voorwaarden, recht op de MKB-winstvrijstelling van 12% van de winst. Hierdoor komt de effectieve belastingdruk uit op maximaal 45,76 (52 -/- (12% van 52).

Voor de B.V. geldt dat op de winst die resteert na aftrek van de vennootschapsbelasting nog een zogenoemde aanmerkelijkbelangclaim in de inkomstenbelasting rust van 25%. Deze heffing vindt plaats op het moment dat bijvoorbeeld de winstreserve als dividend wordt uitgekeerd naar privé of de aandelen in de B.V. door de privé-aandeelhouder worden verkocht.

Voor de volledigheid merk ik nog op dat in de B.V.-sfeer ook rekening moet worden gehouden met het zogenoemde gebruikelijk loon.

Rekening houdende met enerzijds de MKB-winstvrijstelling voor de ondernemer en anderzijds de aanmerkelijkbelangclaim in de B.V.-sfeer zie je dat de uiteindelijk ver-schuldigde belasting voor zowel de eenmanszaak als de B.V. tussen de (circa) 40 – 45% ligt.

Overigens geldt wel dat als de B.V. niet alle winst uitkeert (na rekening te hebben gehouden met het gebruikelijk loon) de aanmerkelijkbelangclaim wordt uitgesteld en een liquiditeits-en rentevoordeel kan worden behaald.

Flexibiliteit overdraagbaarheid
Een toekomstige verkoop of de toetreding van een participant (waarbij bijv. een v.o.f. wordt aangegaan) leidt voor de eenmanszaak in veel gevallen direct tot belastingheffing.

Als de onderneming in de B.V. wordt uitgeoefend en de structuur is goed opgezet (zogenoemde holdingstructuur), geldt dat in veel gevallen geen directe belastingheffing zal plaatsvinden bij verkoop of toetreding van een participant. Overigens is hierbij geen sprake van afstel, maar van uitstel van belastingheffing!

Keuze voor de rechtsvorm B.V. vergroot de flexibiliteit bij een overdracht aan een derde of bij toetreding van een participant.

5. Commercieel
In sommige gevallen zijn de juridische of fiscale overwegingen minder doorslaggevend, maar wordt de keuze uit commercieel oogpunt gemaakt. In diverse branches gaat de voorkeur namelijk uit naar zaken doen met een B.V. in plaats van een eenmanszaak. Daarnaast kan de voorkeur naar een B.V. uitgaan op basis van de status, de duidelijke juridische vorm of omdat in internationaal verband deze rechtsvorm de voorkeur geniet.

6. Slot
De rechtsvormkeuze is in veel gevallen afhankelijk van meerdere overwegingen. In deze blog zijn in hoofdlijnen diverse aspecten besproken voor de keuze tussen een eenmanszaak of een B.V. Het betreft geen uitputtende opsomming. Naast bovengenoemde motieven zijn er dus ook nog andere motieven die een rol kunnen spelen. Een berekening van enerzijds de eenmanszaak en anderzijds de B.V. kan het cijfermatig inzicht vergroten, wat ten goede komt aan een juiste afweging. Laat je bij de keuze bijstaan door een adviseur.